Pé Woudsma

Voornaam:
Achternaam: Woudsma
Begraafplaats: Alg. begraafplaats Dokkum
Geboortedatum: 12-11-1919
Geboorteplaats: Dantumawoude
Woonplaats: Dokkum
Overlijdensdatum: 3-4-1945
Overlijdensplaats: Leeuwarden

Petrus Woudsma werd geboren op 12 november 1919 te Dantumawoude, gemeente Dantumadeel, en overleed op 3 april 1945 te Leeuwarden. Hij woonde in Dokkum, was ongehuwd en was werkzaam als ambtenaar Bureau Branstoffencommissie in Dokkum.

Woudsma was lid van de Knokploeg en samen met zijn broer Wytze deed hij koerierswerk voor de L.O. Sedert 12 September 1944 was Pé ondergedoken, omdat hij op die datum door de Landwacht te Dokkum gevangen was genomen en nog dezelfde dag dank zij agent Dijkstra (die ook met zijn gezin onderdook) kon ontvluchten. Als koerier tussen de verschillende contactpunten heeft Pé waardevol werk verricht. Zijn activiteit inzake het verstrekken van brandstoffenbonnen was oorzaak, dat vele Joden en onderduikers ’s winters niet in de kou behoefden te zitten. Hij voorzag ze ook van illegale lectuur. Als K.P.’er was hij een van de vijf overvallers van het gemeentehuis van West Dongeradeel, een van de best geslaagde overvallen (van 4 op 5 Februari 1944). Tijdens zijn onderduiken, na 12 September, heeft Pé nog de dropping te Aalsum bij Dokkum meegemaakt.

Tot december 1944 was Pé (verzetsnaam) ondergedoken bij boer Rindert Benedictus in Aalsum en vervolgens bij de weduwe Wiersma in Brantgum. Tijdens een razzia in Brantgum op 27 maart 1945 is hij gearresteerd en naar het Leeuwarder huis van bewaring vervoerd. Op 3 april 1945 werd hij voor korte tijd overgebracht naar het Paleis van Justitie.  Al snel na zijn vertrek werd halt gehouden ter hoogte van de Noorderplantage. Bij de ingang van de Prinsentuin bij school 4 moest hij uitstappen. SD’er Wilhelm Arthur Albrecht (Penzig 1903 – gefusilleerd 21 maart 1952 Waalsdorpervlakte) en de Belgische Rexist Emile de Gendt schoten hem meteen dood. Op zijn graf is de toorts van de Stichting Friesland 1940-1945 en een gedenkplaatje aangebracht. Zijn naam staat op het oorlogsmonument op de Noorderdwinger in Dokkum. Broer Wijtze Woudsma werd op 4 september 1944 in Vught gefusilleerd.

● 1949: De moord op Petrus Woudsma.
De getuigen E. K. en H. Kuipers en R. C. Vermeulen (oom Klaas) vertellen hierna hoe ze hebben gezien, dat Petrus Woudsma op 3 April 1945 bij de Prinsentuin uit een auto stapte met een paar Duitsers. Hoe die hem hadden gewezen, dat hij in de richting van een woonschip moest lopen, wat hij dan ook kalm, ja zelfs aarzelend deed en hoe hij toen is doodgeschoten. Toen hij daar lag, schopte men nog even met de voet tegen het lichaam,  om te zien of er nog leven in zat.  Albrecht, die deze verklaring zeer kalm aanhoorde, bleef bij zijn bewering dat Woudsma heeft geprobeerd te ontvluchten. „Maar getuige Vermeulen, die alles uit het huis aan de overkant zag, zegt: De man liep kalm. Op de verklaring van Teake C. Kuipers te Hengelo, die aan de geheime telefoonverbinding zat te luisteren en gehoord heeft wat zich voordien in het bureau van Albrecht heeft afgespeeld, had hij niets te zeggen.