Ypke Jelko Faber

Voornaam: Ypke Jelko
Achternaam: Faber
Begraafplaats: Alg. begraafplaats Harlingen
Geboortedatum: 23-8-1912
Geboorteplaats: Harlingen
Woonplaats:
Overlijdensdatum: 19-2-1945
Overlijdensplaats: Neuengamme (D)

Ypke Jelko Faber werd geboren op 23 augustus 1912 te Harlingen als zoon van Reinold Faber en Pietje Koster. Hij overleed op de leeftijd van 32 jaar op 19 februari 1945 te Neuengamme Bergedorf Hamburg.
Ypke Jelko Faber was getrouwd met Magdalena Repko, geboren in Amsterdam.

Hun kinderen waren Magdalena Faber en Reinold Jan. Een derde kind overleed bij de geboorte in 1940. Van beroep was hij handelsreiziger, koopman en gemeenteambtenaar. In de periode 9 tot en met 13 januari 1945 zijn 25 Harlingers die iets in het verzet deden gearresteerd en naar het Huis van Bewaring te Leeuwarden overgebracht.

Dit kwam door het loslaten van informatie over illegale bladen en bonkaarten bij haar pleegvader door een 17 jarige pleegdochter uit Amsterdam van Ypke Jelko Faber. Zij had zonder medeweten een baantje genomen bij de Duitse Wehrmacht en bovendien was zij een relatie begonnen met een Duitse Feldwebel.

Aangezien ze hier niet mee wilde stoppen, is zij op de boot richting Amsterdam gezet. Hierop werd zij ondervraagd door twee douanebeambten. Op maandag 15 januari worden 13 van de gearresteerden overgebracht naar het beruchte Scholtenhuis in Groningen.

Hun namen zijn:

Gerrit Pierik, Wijbrandus de Wit, Johannes Drost, Hermanus Alkema, Jan Wiersma, Klaas Nicolaas Weitenberg, Ypko Jelko Faber, Theodorus Hessel Jorna, Lourens Broersma, Jan Anthoni Huijser, Klaas Norg, Fedde Post en Jan van Wier.

Op 16 januari worden ze als vee in treinwagons naar KZ Neuengamme in Noord-Duitsland vervoerd. Als na een moeizame reis van 2 dagen de trein op 18 januari tot stilstand komt duurt het nog lang voordat de deuren opengaan. Daar zal blijken dat drie verzetsstrijders de betiteling “Torsperre” krijgen. “Torsperre” betekende letterlijk een verbod om buiten de poort te komen.

De term “Torsperre” werd uitsluitend in Neuengamme gebruikt. Deze gevangenen krijgen een groene armband met in het wit de vermelding “Torsperre”, en worden voor een gedeelte kaalgeschoren. Deze beide herkenningstekens, zou later blijken, betekenden een soort doodvonnis.

De 3 Harlinger Torsperre-gevangenen zijn Jan Anthoni Huijser, Klaas Norg en Fedde Post. De andere 10 Harlingers krijgen deze vermelding niet en kunnen ook in de buitenkampen van Neuengamme terecht komen. Van negen van hen is bekend waar (Hamburg-Dessauer-Ufer) en op welke datum ze zijn gestorven. Alleen van Jan van Wier is bekend dat hij ernstig verzwakt en ernstig ziek is overgebracht naar KZ Ravensbrück waar hij op 27 april 1945 zal overlijden. Er zijn geen stoffelijke resten van Jan van Wier terug te vinden.

Van de andere negen slachtoffers zijn er zes op de Algemene Begraafplaats in Harlingen herbegraven. Gerrit Pierik en Klaas Nicolaas Weitenberg liggen begraven op het Nederlands Ereveld te Hamburg-Ohlsdorf, Theodorus Hessel Jorna ligt begraven op het Nederlands Ereveld Loenen op de Veluwe.

De laatste executie van Torsperre-gevangenen die tot het transport van 18 januari behoorden, heeft plaats gevonden op 10 maart 1945. Op grond hiervan heeft men als officiële overlijdensdatum 10 maart 1945 genomen.

Omdat de juiste sterfdatum niet kan worden vastgesteld staat daarom als overlijdensdatum van de heren Huijser, Norg en Post, 10-03-1945 vermeld. Deze 3 verzetsstrijders zijn opgehangen en daarna gecremeerd. Dat is de reden dat er (nog) nergens een plek is waar ze herdacht kunnen worden.

Op 25 oktober 1951 is Ypko Jelko Faber herbegraven op de Algemene begraafplaats te Harlingen.